Mijn bril kleurt de wereld.
Een bijzonder krachtige boodschap, die ik in 2020 van mijn Lefgenoten terugkreeg. Het werd geschreven op een kaartje, dat ik sindsdien koester.
Toch had ik een groot deel van mijn leven een gruwelijke bloedhekel aan die bril. Mijn scheelkijkerT. Voor mijn tienjarige ik was hij een bron van pesterijen.
Anders dan nu kreeg ik in de jaren ’70 geen hip fokkie. Ik kreeg een functionele bril, waarmee ik weer kon zien. Dat was nodig want toen ik de eerste keer thuiskwam met die bril op m’n neus, waren de grindsteentjes op het pad het eerste wat me opviel. Tot dat toe had ik altijd aangenomen dat er een luidruchtige soort Brinta uit de grond groeide.
Met mijn bril kon ik ook weer goed lezen. Veraf en dichtbij. Tijdens de zondagse autoritten met mijn ouders noemde ik alle kentekens op van auto’s die ons passeerden, of tegemoet kwamen. Kentekens werden verhalen. Het kenteken van onze kanariegele VW Passat 50-JL-68 stond bijvoorbeeld voor het verhaal van de jongleur van 50 die wel 68 bordjes tegelijk kon draaien op een stokje.
De VW Golf die later kwam, HR-18-VN, was een Heer van het 18e arrondissement van de Verenigde Naties. Geen idee of het bestond. Maar in mijn verbeelding droeg hij een hoed, een pak en kreeg hij een koffertje mee van thuis, waarin een appel en een krant zaten.
Zo had ik het reuze naar mijn zin, in de auto. Met mijn vrienden Fantasie en Verbeelding op de achterbank, mijn rokende ouders voorin, want roken mocht toen gewoon. Of ik lag op de hoedenplank (dat kan als je klein bent en dat was ik), te kijken naar de de wolken. Dan verdween de normale wereld en reden we minstens duizend knopen per uur en als het regende, vormden waterdruppels een complete muzieksymfonie langs de draden van de achterruitverwarming.
Team53
Onlangs vierde ik mijn drieënvijftigste verjaardag. Veel jeugdigheid is uit me verdwenen (een blik in de spiegel is genoeg) maar mijn blik, die unieke keek-op-de-week van mijn tienjarige, die heb ik gehouden.
En pas nu kan ik begrijpen dat ik daarin niet kon worden gezien, gehoord of begrepen. Een volwassene met kinderachtige ideeën wordt niet heel serieus genomen in een grote mensenwereld.
Mensen vonden mij altijd een beetje raar, als ik uit mijn hoofd vertelde wat ik allemaal voor moois had gezien, in het weekend. Of wanneer ik op mijn knieën viel om een vergeet-mij-nietje vast te leggen in een stoepband.
Zelf vond ik het ook eigenlijk best een beetje gek. En nu begrijp ik pas, dat juist die kinderlijke blik mij maakt tot de persoon die ik ben.
Die blik is mijn potje goud.
Mijn blik kleurt de wereld. En die kijk stelt mij in staat om samen met mijn vrienden Fantasie en Verbeelding de juiste snaar te raken en de essentie boven water te halen. Om ruimte en perspectief te bieden voor een ander verhaal.
Ook dat van jou, als je wilt en je er klaar voor bent je eigen goud te ontdekken.

2 reacties
(O)dettje koester je jeugdigheid die je nog wel ziet. Wij schelen 21 jaar, eigenlijk wist ik dat wel, maar was het ook weer vergeten, hoe mooi is dat en zegt genoeg over wat is tussen jou en mij. Weet je, ik kan nog spijt hebben van het feit dat ik op mijn 30e al van alles en nog wat zag wat niet deugde aan mijn lijf, Doodzonde want dat wat toen zo erg was komt nooit terug en was achteraf helemaal zo gek niet.
Oh God en die vreselijke zwarte bril op mijn veertiende, nooit meer wist ik toen al. Ze kwamen opnieuw en zijn nog steeds in de mode en ik zeg nog steeds, dat nooit meer.
En alsjeblieft hou de kinderlijke blik en dat potje goud voor ogen.
Ah lieve mevrouw F., Geen spijt hebben hoor, dat is altijd zonde.
(Ik herken het wel als ik naar foto’s van mezelf kijk als jonge moeder in mijn 30’s)
Die kinderlijke blik die houd ik. Het is mijn potje goud en ik zal het tot op het bot verdedigen. (Amen)