Ik ben geselecteerd!

Zo af en toe sijpelt er een vraag in mijn persoonlijke inbox op Linkedin. Van een recruiter. Dan blijkt, dat ik na een specifieke zoektocht, een match ben.

Het streelt mijn ego, die ogenblikkelijk gaat knipperen met haar wimpers en dollartekens ziet. En aanzien.

Altijd gaat het om een vraag vanuit mijn achtergrond als applicatiebeheerder. Natuurlijk voel ik me in eerste instantie gevleid. Vervolgens gaat er een knisperend knopje om met een een ikje dat zuur vraagt, of “dit” het nou is. Dit als in ‘mijn carrière’.
Mijn loop-baan.

Tja. Voor het geld en voor een “status” hoef ik het niet te doen. Niet als rolmaat/karduwoloog en niet als Briljant Zinvinder of Diepzielduiker. Rijk word ik er niet van en status gaat in deze maatschappij teveel over geld en niet over waarde. Gelukkig verandert het langzamerhand en krijgen we steeds meer door dat geluk niet over de poen gaat en kantelen status en macht steeds meer richting betekenis en zingeving. Toch is er nog een weg te gaan.

Vaak keer ik bij zo’n carrière vraag in mezelf terug, naar binnen. Voel even wat er loskomt langs de randjes van mijn nervus vagus, die zich roert. “Wat wil jij, zieltje?” vraag ik dan. De kunst is om mijn kritische Azijnzeiker daarbij te negeren, omdat zij altijd als eerste op de voorgrond treedt en hard roept.

Bij Annie (Azijnzeiker) gaat het altijd over aanzien en veel verdienen. Annie, de ziel, is al oud en dus nog een beetje van de oude stempel en kent het principe van belang nog niet, tenzij het over geld en status gaat.

Annie spreekt overigens bullshit, wat even later ook pijnlijk precies wordt neergesabeld door de stem van het ikje dat mijn kernwaarde vertegenwoordigt, mijn authentieke ik.
Eigen-wijze Mies.

Precies, vernoemd naar die mevrouw van Het Dorp. Weet nu nog? Die. Omdat ze altijd herkenbaar is gebleven én zichzelf.

Eigen-wijze Mies bepaalt dat ik altijd het pad zal kiezen met hobbels, doornen en rare bochten. Omdat dat de weg is die ik heb te gaan. Je weet immers nooit wat je allemaal voor moois tegenkomt en op die paden kan ik zo lekker uit de bocht vliegen. Juist daar ligt mijn goud.

Het mag ook vooral niet de makkelijke weg zijn: er mag zo nu en dan flink gestreden worden. Gebatteld om de keuzes. “Is goed voor je gemoed,” buldert de drillsergeant in mij. “Veertien keer opdrukken en een burpee tussendoor. Je ziet maar hoe je het doet.”

Van de week stuurde ik een mooi en vooral eerlijk privé bericht terug naar de ICT-recruiter van een onbekend bedrijf. Die overigens alleen maar zenden en verder nooit meer reageren. Ook zoiets. Ik schreef hem dat het vijf prachtige jaren van mijn leven waren geweest voor mijn ego en zeer leerzaam voor mijn ziel, maar dat de combinatie van gebruikers/wensen/mail/gedoe/projecten/vergaderingen voor mij niet werkt. Dat het beroep van applicatiebeheerder dientengevolge (mooi woord) geen goede match meer is voor mij.
Het stond er echt.

Laat mij maar duwen, rollen, grappen en grollen. De essentie vangen en boven water halen.
Misschien is ‘t geen carrière; misschien mag ik wel gewoon zíjn.
Dat is voor nu goed genoeg.

2 reacties

  1. PPFF, ik zat hier even in spanning te lezen, wat zou ze doen, maar bravo, je blijft deze koers volgen. Doen waar jij je goed bij voelt

  2. Hahaha, lief mens toch. Het is altijd een kwestie van me even gevleid voelen, onrust bemerken in het lijf en besluiten dat het goed is, zo. 😉
    Dank je wel voor je reactie 😉

Meer blogs:

Rechtvaardigheid

Als ik naar mijn klanten kijk, hebben de enkele overeenkomsten. Allemaal zijn ’t heel fijne mensen, waarbij ‘fijne’ niet alleen terugslaat op

Jaap

“Kun je misschien even een lapje over me heen halen?” hoor ik onder mijn handen. “Je hebt wat op me laten vallen

Speerpaardje

“Jij werkt dus met voorwerpen,” zegt Annie, mijn innerlijke critcus. “En ik zie het je vaak doen, maar waarom is dat eigenlijk?”