Een ander woord voor menopauze.
Vrij vertaald: niet chique en ronduit köt. Maar dat is ook niet chique.
Toch schrijf ik erover want de overgang is een fase waar elke vrouw doorheen gaat en waarover gesproken mag worden. Misschien wel móet worden. Het proces rondom de menopauze is menselijk en ‘t gaat gepaard met gedoe en emoties. Net als elk ander groei- of ontwikkelproces.
Tijd om dat gedoe eens bespreekbaar te maken.
Natuurlijk vond ik dat ik mijn nieuwe levensfase moest omarmen én accepteren. Niet zeuren, doorgaan. Ook toen er meerdere aanvallen van opvliegers kwamen. En ik me steeds lastiger uit een stoel kon wurmen, als ik een tijdje had gezeten. Ik leek dan nog het meest op een stramme reiger. Tot slot sliep ik vaker niet dan wel. Ik raakte uitgeput.
Main problem: de hersentjes. In de ochtend werk ik wakker en dan was ik intens verdrietig, omdát ik was wakker geworden. Ik zag al tegen de dag op, vóór hij was begonnen. Ergens herkende ik iets. Had ik mezelf ook niet zo gevoeld tijdens mijn zwangerschap en na de bevalling?
PMS, PND: oestrogeen, holadié
En zo zat ik dus op een dag bij de gynaecoloog, hard huilend dat ik niets meer van mezelf begreep. De dokter – jaren eerder was ik haar poli-assistente – knikte, gaf mij een tissue en legde het hormonenproces nog eens uit. Ik snikte er dwars erdoorheen, ik had hier gewerkt, dit had ik toch allemaal moeten weten? Ik had mijn lijf toch moeten kennen, als eigenaar en amateur-deskundige?
Nee dus. En ook dat is oké.
Sindsdien smeer ik elke dag een hormoongelletje en ik slik een pil. Natuurlijk reageert mijn hypersensitieve lijf erop in de vorm van heftige buikpijnen. Desondanks voel ik me beter.
Mijn korte lont is langer geworden en het depressie dal is gereduceerd tot een regenplasje, waar ik stampend doorheen kan dansen. Het aantal opvliegers is op één hand te tellen, ik heb mijn humor teruggevonden en ik kan weer lachen, naast alleen maar huilen. Wanneer ik ’s morgens wakker word is er geen paniek meer van de-dingen-die-allemaal-moeten-vandaag en als ik ’s nachts eventjes wakker word slaap ik meestal weer in. Been buitenboord, dekbed omlaag.
Momenten van brekend oogwater zijn er voldoende en ook dat is oké. Het overspoelt me niet meer, zodat ik niet meer in paniek raak of mezelf waardeloos vind. Ik kan weer met een milde blik naar mezelf kijken en uitzien naar wat de volgende levensfase brengt. .Ik zie ernaar uit want er zit geen lading meer op.
Toen ik wat later op controle mocht komen om mijn pijnlijke buik van binnen te laten controleren, vroeg ik me af hoe het ervoor stond. Op het scherm kon ik meekijken. Verwonderd ontdekte ik dat mijn druiventakken, mijn eierstokken, niet meer in beeld waren te brengen. Verschrompeld en foetsie. Uitgeleefd. Mijn baarmoeder zag eruit zoals het hoort: postmenopauzaal.
Op mijn vraag of er nog een tweeling of een drieling inzat, konden de dokter en ik samen schateren. Over een tijdje volgt er nogmaals een controle. Als alles blijft zoals het is, vind ik het prima. Het is niet het ouder worden, dat ik moeilijk vind. Ik zie uit naar de volgende fase van wijsheid en met name eigen-wijsheid. Een wijze Crone worden op rolschaatsen, dat lijkt me wel wat.
Hormonale dopamine
Doordat schommelingen in mijn hormoonhuishouding niet goed samengaan met mijn dopaminecentrum en endorfinefabriek, lukt het me niet alleen. Een geslaagde overgang naar de volgende fase slaagt wanneer ik niet meer continu in een vacuüm van diepe dalen word getrokken. Het is een herhaling van zetten; ook na de bevalling had mijn hoofd moeite het schommelen van de hormonen bij te houden.
En dus ben ik blij met dat hormonale zetje in de goede richting. Dat me in staat stelt te relativeren en die me zachtjes in de richting duwt van mijn innerlijke oude dame op rolschaatsen.
Ik zie uit naar mezelf.