Vijf jaar geleden kreeg ik de diagnose HSP, hoog sensitief persoon. Aangezien ik niet van etiketjes en hokjes houd, leverde het in het begin vooral weerstand op, en strijd. Tot het kwartjes regende en de (h)erkenning niet meer te ontkennen viel.
In de afgelopen vijf jaar heb ik zoveel bijgeleerd over mezelf, dat ik mijn eigen universiteit had kunnen oprichten. Daarnaast had ik een boekwinkel kunnen beginnen met de informatie over HSP, die ik verslond. Ik viel enkele malen om en ik stond weer op. Ik had pijnlijke omhelzingen met muren (andere mensen noemen dat ergens tegenaan lopen), ik trok mijn antenne dapper in maar er was geen houden aan, inmiddels staat hij weer volop open.
Gelukkig maar, zonder die antenne zie ik het vergeet-me-nietje niet, in het houten brugdeel. En zonder antenne kan ik ook niet goed lezen of jouw gezicht en lichaam meedoen met de boodschap, die je me brengt. Zonder antenne zou ik niet overal om hoeven huilen, oké, maar aan een flinke huilbui zitten voordelen. Je ogen bacterievrij schoonspoelen bijvoorbeeld. De luchtballon van emoties bij je kunnen houden, aandacht kunnen geven, in plaats van maar krampachtig naar beneden blijven duwen in de hoop dat de emotie vanzelf terugzakt (werkt niet, trouwens).
Met al dat leren over mezelf (zonder diploma, ook een dingetje) vroeg ik me regelmatig af of er ooit een einde kwam aan de ontwikkelingstunnel. Het is een fijne tunnel, daar niet van, hij is van mij en hij bevat persoonlijke keuzemogelijkheden, met verschillende afslagen en rotondes. Soms blijft de route wat in de donkerte slingeren, terwijl ik op andere momenten word verrast met vers gevangen zonlicht, dat over mijn bolletje schijnt. De rit wekt nogal eens verwarring en ik kan de uitkomst niet altijd voorspellen. En da’s een dingetje.
Ontwikkeling is mijn tweede huid. En eigenlijk is mijn route helemaal geen tunnel. Het lijkt eigenlijk meer op een soort probeerparcours. Noem het een circuit. Een soort Zandvoort privé. Op andere momenten lijkt het meer op een theater, wanneer ik mezelf kwetsbaar opstel en stukjes van mezelf deel, in microblogs.
Ja, ik denk overal diep over na. Ik kauw en herkauw. Daarna draai ik mijn gedachten nog eens stevig om: heb ik alle zijden van de kubus wel belicht en doordacht? Dat nadenken en die diepe verwerking, daar is mijn brein voor gemaakt. Wist ik niet, nu wel.
Op mijn oefenparcours accelereer ik, ga ik “hard”, om vervolgens uit de bocht te vliegen, de grindbak in. Ook dat hoort erbij. En soms kan ik tot mijn eigen verbazing zomaar een rondje kunstig zwieren, op mijn rolschaatsen. Soms kan ik dan zelfs de vlinderslag bovengronds.
Ook dat is fijnbedraad zijn. Zoals de zaadjes van de paardenbloem.
Eén reactie
Wat heb je dit weer prachtig onder woorden gebracht.