Deze vraag vond ik onlangs op de socials. Je vindt ‘m hier: https://bit.ly/41mKBwR
De eerlijkheid gebiedt me te vertellen, dat ik een hele dag op de vraag heb gekauwd. Want was vertellen over mijn aanwezigheid op de wereld, die daar een beetje mooier van werd, niet toevallig ook een verkapte vorm van opscheppen? De loftrompet afsteken? Een vaardigheid waar ik slecht in ben.
Er ontstonden vragen in mijn hoofd. Wat doe ik om de wereld een beetje mooier te maken? En hoe draagt dat bij aan een betere wereld? Gaat het überhaupt wel om doen?
Toch kwam er wat op papier. Ik merkte dat ik er vrolijk van werd en blij. Dus besloot ik dezelfde avond de vraag in te zetten als schrijfoefening tijdens de afsluiting van “De magie van aandacht”.
De speeltuinweek voor volwassenen, waarin je ontdekt waar voor jou de magie in valt te ontdekken in je leven.
Mijn versie waarom de wereld mooier is met mij erop, deel ik hier-en-nu met jou. De ruwe en rauwe versie.
Waarom is de wereld een mooiere plek, met mij erin?
De wereld is een mooiere plek omdat ik er ben.
Doordat ik bén. Kan zíjn.
Meer is niet nodig.
Ik merk het als rolmaat en karduwoloog. Niet altijd zijn woorden of ingewikkelde zinnen nodig. Soms volstaat een gebaar of een knipoog. Een hand. Een arm. Een klopje.
Zíjn.
Toevallig ben ik er goed in. Dat komt, doordat ik het eerder niet goed kon en moest ontberen. Doordat ik er niet was. Niet mocht zijn.
Dacht ik.
Dus ging ik weg van hier, plakte ik me vast aan de ander, want die was veel interessanter.
Beter. Vlotter, ook. De ander wist beter wat ik wilde en zo hoefde ik het niet meer zelf te bedenken, waardoor mijn hoofd verstofte en mijn lijf van mij vervreemdde.
Steeds verder weg, dreef ik. Kukelde van een pad waarvan ik dacht dat het het mijne was maar er strompelde slechts een zonderling figuur rond, op vreemde schoenen.
Ergens ontstond een besef dat zo’n leeg leven niet veel bracht. Zonder emoties was het leven slechts een grote, open, kale vlakte. Een wak, waarin het eenzaam zwemmen werd.
In plaats van watertrappelen dook ik naar de bodem en zette me vervolgens weer af aan de modderige ondergrond. Als wildwaterkano kwam ik weer bovendrijven.
Bevrijdde mezelf uit bochtige kronkels die ik ooit voor waar had aangenomen en die nooit een waarheid waren geweest.
Als wildwaterkano werd ik weer één geheel, ging op in ‘t spel en mijn omgeving, werd weer één met mijn eigen natuur. Zo vond ik delen van mezelf terug, ‘teveeltjes’ die er altijd al waren geweest. Heel en niet kapot of gebroken.
Sindsdien speel ik met alles wat beweegt en met wat stilstaat. Ik geef het een zetje en soms draai ik het om. Zet het in het licht, zodat alle kanten goed worden belicht. Met mijn ‘teveeltjes’ vormde ik een onderneming.
Waarin ik mensen laat zien dat er perspectieven zijn, zolang je nieuwsgierig blijft. Inzicht. Uitzicht. Overzicht. Inzoomen, uitzoomen. Of door elkaar.
Samen met mijn zes dioptrieën per oog, plussen en min, zie ik meer.
Met een blik vol verwondering neem ik je graag mee op reis. Ik maak de wereld graag een beetje mooier, doordat ik je laat zien waar je kunt zoeken als je op schatten aan het jagen bent.
Ik leer je graag dat alle schatten die je in dit leven te ontdekken hebt, al in jezelf verborgen zitten.
Alles is er al.
Wanneer we onze persoonlijke schatten vinden, bij onszelf kunnen blijven omdat we goed genoeg zijn, kunnen we dat op onze beurt weer doorgeven aan de volgende generatie. En dát maakt dat de wereld mooier, met mij erbij.
Dus lief mens: denk ook jij eens na over deze prachtige vraag: wat maakt de wereld mooier, met jou erin?

2 reacties
Wat grappig, ik las de vraag en ik dacht, zonder te kauwen, hetzelfde. ‘Omdat ik er ben.’
Mooi is dat he? Hoe simpel het antwoord eigenlijk is….