De eerste week zonder ziekenhuis ligt achter me. Ik zag er naar uit en tegelijkertijd miste ik mijn fietstochtje ernaartoe. Het park vol treurwilgen, waar in maart de zon al een beetje door piept, om half acht ’s morgens.
Het ziekenhuis zelf miste ik niet. Voor geen meter.
En ja, dat kwam uit mijn tenen.
Raar he?
Nou nee. Blijkbaar kun je ergens te lang blijven. Mijn hoofd heeft zo lang de regie gevoerd en het stuur overgenomen dat ik was vergeten dat ik ook gewoon kon weggaan, dat ik kon opzeggen.
Nu was er iets met veiligheid en met een vast inkomen. Dat hamsterrad, waar ik in zat en waarvan ik vond dat ik er niet uit kon stappen, zonder me te bezeren. Nu het rad stilstaat blijkt dat uitstappen eigenlijk heel erg mee te vallen. Ik ben niet zo duizelig als ik dacht en ergens anders op- of instappen blijkt ontzettend geinig om te testen.
En nee, ik ben geen Toos Werkloos.
Ik heb een bedrijf, ja?
In mijn eerste ziekenhuisvrije week deed ik enkele markante ontdekkingen
- Als er geen bezieling is, loopt mijn batterij leeg.
- Iets doen wat ik leuk vind EN dat op mijn eigen manier mogen doen = batterij opladen (en overlopen van energie)
- Werken met mijn lijf laadt op en ontlaadt.
Precies die dingen die in het ziekenhuis verloren gingen. Als beginnend karduwoloog en rolmaat deed ik liftdansjes. Daar ging ik van aan en de patiënt ook. In de lift verzorgde ik alternatieve vlieginstructies wanneer ik voelde dat mijn patiënt angstig was. Tot iemand zei, dat zoiets raar was. Toen deed ik het niet meer.
Wanneer ik dingen niet vanuit mijn eigen authenticiteit kan of mag doen, verdwijnt de bezieling en word ik ziek. Wanneer ik ‘normaal’ moet gaan doen voel ik me raar. En dan loopt mijn levensballonnetje dus leeg.
Ik ben van de raar. Het is mijn ding. Niet alleen ben ik directrice van mijn eigen rariteitencircus, toevallig ben ik er ook Beschermvrouwe van. Ongediplomeerd.
Raar is mijn handelsmerk.
Kom maar op met je raar. Ik lust het rauw. (En gebakken of gestoofd ook.)
De komende tijd ga ik daarom heel veel rare dingen doen. Testen, uitproberen, experimenteren, klooien. Eens zien waar ik allemaal nog meer van ‘aan’ ga. Het kan me niet eens zoveel schelen of dat nou de zoektocht naar een (bij)baan is, het testen van verschillende smaken ijs of het in elkaar knutselen van een nieuwe workshop. Er ligt een schat aan trainingen in mijn bovenkamer te trappelen om de wereld in geslingerd te worden.
Vooral lekker voelen of het past, zonder gedoetjes met tijd of geld. Ik zie wel.
Koningin van het klein
Dit weekend besloot ik om te beginnen met iets waar ik retegoed in ben: iets kleins. Al een tijdje zoek ik een nieuwe tweedehands fiets. Mijn elektrische vriendin Aaf is nog lang niet op (ze mag ook blijven), maar ze laat mijn spiermassa slinken en mijn oude mountainbike is niet fijn voor mijn rug. In verband daarmee ging ik op zoek naar wat anders. De eisenlijst: iets met handremmen, versnellingen en een beetje rechtop.
Zo vermaakte ik me deze zaterdagmiddag in een fietsenhal op de Bilderdijkstraat. Met een heel lieve verkoper, die na enkele testritjes niet meer wist wat ie nog kon aandragen. Ik denk dat ik wel twintig fietsen heb getest.
Na een uurtje mocht ik ze zelf uit het vak halen en ook weer terugzetten, als het niet ‘mijn’ fiets was. Blijk ik dus gewoon uit te blinken in het inparkeren van fietsen op de vierkante centimeter. Gewoon aan het stuur, achteruit duwen en tegensturen, zonder last te ervaren van de standaard.
Hoppa.
Vrijheid = key
Kreeg er bákken energie van. Dat kwam ook, omdat die fietsenmeneer mij de vrijheid gaf en me niet elke twee minuten kwam vragen of ik het wel kon vinden. Ik mocht mijn gang gaan in die fietsenkelder, op EIGEN wijze. Heel even heb ik gespeeld met de gedachte om fietsverkoper te worden. Tot ik een truttige mevrouw in “mijn” kelder kreeg die werkelijk aan elke fiets zat te pulken en alles “uittestte” of het wel goed was.
Na bijna alle fietsen te hebben getest heb ik afscheid genomen van de fietsenman. Het werd ‘m niet. Twee winkels later vond ik een reusachtige en bovendien superlieve poedel, ik leerde dat een Union weer überhip is en ik vond mijn nieuwe fietsliefde. Hij lijkt verdacht veel op het Gazelle fietsje dat ik ooit erfde van mijn schoonmoeder, Miss Alzheimer. Het tweewielertje dat ik heb ingeruild toen ik Aaf, mijn elektrische Batavus leerde kennen.
Bijna kon ik #MissAlzheimer horen schateren, toen ik zuchtend en puffend de pont opreed.
In de verte kraste een kraai.
Waar krijg jij energie van? Laat het me weten, je krijgt altijd antwoord.