Ik ben een ondertussenaar.
Een wat?
Een ondertussenaar.
Dat is iemand die niet rechtlijnig van A naar B gaat, maar eerder van A naar hoofd-schouder-knie-en-oh-kijk-een-vliegtuig, naar B en dan via een omweg langs F weer terug naar A, zonder dat daar per se een reden voor is. Behalve misschien omdat het daar lekker wapperede of ertussenen paste.
Een ondertussenaar is iemand die leeft in de ruimte tussen twee gedachten in. Tussen de lijntjes wat ooit was of zal worden. Die iets oppakt wat eigenlijk niet op het programma stond, maar dat ineens voor je voeten ligt als een steentje dat aandacht vraagt. Geen grote kei, geen drama. Gewoon zo’n onhandig kiezeltje waar je over struikelt of je kleine teen aan stoot. Dat zegt: “Ho, wacht effe. Kijk nog eens.”
Mijn themawoord voor 2025 is Tussenen.
Behalve een woord is het óók een toestand.
Die me als gegoten zit (soms staat) want het past overal tussenen.
Past iets ergens tussenen en klopt het wat ik voel? Voegt het zich tussen wat ik dacht en wat zich aandient? Tussen de kaas en de Nutella, de rozijnen en de salami?
Zo ja: dan spring in in.
En anders niet.
Ondertussenaar zijn
Het klinkt makkelijker dan het is. Want het vraagt mij om een ander soort voelen en luisteren. Bekloppen. Het is nooit doelgericht (dus vaak niet uit te leggen) maar is is iets wat mee meandert, zonder taal of woorden en zonder prioriteitenlijst. Het dóet maar wat en regelt zich vanuit mijn binnenwerk. Met die metertjes en klokjes die me precies vertellen hoe laat het is.
Soms land ik precies goed. Meestal ergens daartussen. Soms ernaast. Paste het tóch net niet. Om mijn tussengebied ruimte te geven, oefen ik met onderbreken. Streepjes, tussen haakjes en met puntjes.

Vraag-van-Aag:
Hoe ga jij om met tussentijd? Lastig om in te bewegen of juist een spel van ruimte en lijnen?
PS: kikt nou togges dat sneeuwklokje. Dat kwam er een maand geleden dus ook zomaar effe tussenen.
Intussenen is ze geheeld en heeft haar plek gekregen.
Precies goed. ❤️